4 oktober 2016
Uit de brief aan puppy Raf op 31 januari 2011:
Lief kleintje,
laten we maar gauw vergeten wat er daarbinnen afspeelt, laten we genieten van alle tijd die we samen krijgen,
laat ons samen rennen door de bossen, laat ons rollen in het gras, laat ons springen van plezier…
En dat is exact wat we deden…
Jij rende het hardst van allemaal, jij rolde met de meeste passie en jij sprong met 4 poten kaarsrecht omhoog als je blij was. En blij, dàt ben je altijd geweest!
We vergaten vaak dat jij ons vroeg zou verlaten, want jij, jij leefde voor 2! We kregen spijt dat we jou niet beter opgevoed hadden. We lachten wel eens dat je over je vervaldatum heen was. Maar daarbuiten moesten we vaak om je lachen, om je gekke kuren en je capriolen en om je eeuwige onnozele blik daarbij. Onze ongelofelijke lieverd met het grote hart, ons schaap in wolvenvacht…
En zo werd je twee… tot ieders verbazing bleef je hartje stabiel.
De jaren gingen voorbij, je rende nog steeds het hardst van allemaal. En dan komt het moment dat wij, als baasjes, niet langer voorbereid zijn… En zeker niet op wat nu gaat komen…
Je ging meer drinken, wacht even, je ging echt bizar veel drinken. En je werd mager… Onderzoek bevestigde een heel lelijk vermoeden.
Dat ook jij nu stilletjes verteerd wordt door die klote ziekte, het is zo oneerlijk…
Dat we je vroeg zouden moeten afgeven door je hartafwijking daar gingen we van uit… maar voor de diagnose van uitgezaaide leverkanker ben je gewoon echt nog véél te jong…
Ik hoop, misschien tegen beter weten in, dat we toch nog een tijdje van je mogen genieten. Dat we je nog even héél hard mogen verwennen, je nog even al onze aandacht mogen schenken. Dat we je nog even heel dicht tegen ons aan mogen drukken.
Ik wil nog even stilletjes zitten huilen omdat jij veel te rustig naast me ligt, ik wil nog zo vaak je hoofd op mijn schoot voelen rusten en in je lieve ogen kijken.
Laat ons nog een keer samen rennen door de bossen…
Foto: 4 oktober 2016
Zo ziek en toch nog zo blij…